Kees van de Veen: “Ik wil overal dichtbij staan. Ook op precaire momenten”

Foto Karlijn ten Cate

Niemand weet de provincie Groningen zó goed te fotograferen als Kees van de Veen (1980). Dat al 20 jaar lang. In de provincie gaat hij op zoek naar menselijke verhalen. Vorig jaar werd zijn werk bekroond met de Zilveren Camera 2020.

Groningen wordt vaak bestempeld als een saaie plek waar stugge mensen wonen. Kees van de Veen ontkracht dat. Hij ziet een mooie provincie met “gastvrije en vriendelijke mensen”. De leegte en de ruigheid van het landschap spreekt hem aan. “Ik vind het mooi om daarin op zoek te gaan naar verhalen”, zegt hij.

Mensen staan altijd centraal in Kees zijn verhalen. Zo maakte hij een serie over een amateur voetbalclub en volgde hij de lokale partij ‘Samen voor Pekela’ tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. De foto’s hebben met elkaar gemeen dat het Groningse landschap overal terug te vinden is. Net als de Groningse nuchterheid en humor die zo nu en dan tot een glimlach leidt. Van de belijning van een voetbalveld die niet helemaal recht wordt aangelegd. Tot een partijleider die rond zeult met zijn eigen verkiezingsposter.

Eigenlijk is Kees, zoals hij het zelf zegt, een import Groninger. Hij studeerde fotonica in Ede. Tijdens zijn opleiding wilde hij praktijkervaring opdoen als fotograaf en het Dagblad van het Noorden wilde hem twintig jaar geleden wel hebben als stagiair. Zodoende vertrok hij naar het noorden en is nooit meer weggegaan. Inmiddels werkt hij niet meer voor het Dagblad van het Noorden. Tegenwoordig maakt hij werk voor de NRC en het ANP.

"Ik pretendeer helemaal niet om objectief te zijn. Als fotograaf kies je namelijk altijd zelf je onderwerpen en momenten"

Vorig jaar mocht Kees de Zilveren Camera 2020 in ontvangst nemen voor zijn serie over coronapatiënt Piet Franssen en zijn familie. Hij legde zijn laatste momenten op de IC in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen van dichtbij vast. De fotoserie maakte veel los. Hij is de enige fotograaf in Nederland die destijds zo dichtbij kon komen en een gezicht kon geven aan de mensen die overleden aan het toen vrijwel onbekende covid-19 virus.

We spreken af in de stad Groningen om te praten over zijn carrière als fotograaf. Hoewel Kees een van de belangrijkste prijzen voor de Nederlandse fotografie heeft gewonnen, valt het op dat hij er bijzonder nuchter onder blijft. Iets dat, net zoals zijn accent, misschien als import Groninger er inmiddels ingebakken zit.


Waarom fotografeer je?

“Ik vind het leuk om op allerlei plekken te komen, veel verschillende mensen te ontmoeten en daar vervolgens verhalen over te maken. Die verhalen wil ik aan andere mensen tonen zodat ze kunnen zien wat zich in het noorden afspeelt.”


Bedoel je dat je mensen wilt informeren?

“Nee, ik wil mensen mijn indruk van verschillende onderwerpen laten zien. Ik pretendeer helemaal niet om objectief te zijn. Als fotograaf kies je namelijk altijd zelf je onderwerpen en momenten. Als ik ergens naar toe ga dan bedenk ik altijd van tevoren: wat vind ik van het onderwerp en waarom is het belangrijk? Hoe zou ik het zo kunnen fotograferen dat wat ik belangrijk vind goed naar voren komt in de foto’s?”


Hoe doe je dat?

“Een paar weken geleden was ik bij een fakkeloptocht in de stad, waar mensen demonstreerden tegen de plannen voor meer gaswinning in de provincie. Ik denk dat dit de vierde of vijfde fakkeloptocht was waar ik bij aanwezig was. Ik volg het dossier al jaren. Wanneer ik naar een fakkeloptocht ga dan wil ik niet zomaar een mensenmassa fotograferen. Mensen hebben altijd een bepaalde emotie op hun gezicht. Zo waren er ook lachende mensen. Maar die wil ik niet op de foto zetten, want daarvoor vind ik het onderwerp te belangrijk en te ernstig.”

"Soms laat ik nog wel eens een foto lopen. Dan maak ik mijzelf wijs dat ik er geen zin in had"

Wanneer is voor jou een verhaal een goed verhaal?

“Het moet fotografisch gezien interessant zijn. Iemand die in de ICT werkt, is fotografisch gezien niet zo interessant. Een verhaal over iemand die zijn hele leven als schillenboer in Noord-Groningen heeft gewerkt, vind ik veel mooier want daar zit meer sjeu aan.

Concreet is het moeilijk om de vraag te beantwoorden. Er is geen gouden regel dat als iemand een bepaald iets heeft, dat je dan een goed verhaal hebt. Op sommige mensen kun je ineens aanslaan. Het kan door een karakteristiek of mooi gezicht, en dat in combinatie met een verhaal, zijn. Daarnaast moet een persoon je het verhaal ook gunnen. Je moet dicht in de buurt kunnen komen en degene daarvoor de tijd geven.”

Is het belangrijk dat je het dan goed met iemand kan vinden?

“Dat is wel het makkelijkste want dan laten mensen je gang gaan. Voor zoverre dat lukt natuurlijk. Het is altijd een beetje gek als een vreemde met een camera om je heen loopt. Maar door er vaak heen te gaan, wordt de barrière altijd kleiner. Voor de foto vind ik het mooi om fysiek dichtbij mensen te staan. Soms is dat moeilijk en al helemaal op precaire momenten.”


Het is spannend?

“Ja en daar moet je even overheen stappen. Dat ervaar ik tenminste. Ik moet er tegenwoordig nog steeds overheen stappen. Maar ik weet nu dat ik een betere foto krijg als ik het wel doe dus tegenwoordig doe ik het sneller. Soms laat ik nog wel eens een foto lopen. Dan maak ik mijzelf wijs dat ik er geen zin in had. Achteraf denk ik: ik had het even moeten vragen. Het ergste wat er kan gebeuren, is dat iemand zegt: nee ik wil niet op de foto. Dan heb je hetzelfde resultaat dan als je bij voorbaat doorloopt.

Fotografie zit tussen je oren vind ik. Je moet ervoor in de stemming zijn en ervoor openstaan. Als je hoofd vol zit dan lukt het minder goed, dan wanneer je onbevangen op pad kan gaan.”


Voor de winnende fotoserie over de coronapatiënt op de IC sta je ook dichtbij. Hoe was dat?

“Heel moeilijk. Ik wilde deze serie op dezelfde manier maken als ik mijn reportages maak. Dat betekent dat ik ook op verdrietige momenten dichtbij moest gaan staan. Zoals bij het moment toen de dochter de telefoon bij haar vader’s oor hield."

Foto Kees van de Veen

"Ik heb die foto van anderhalf meter afstand van die mensen gemaakt. Op dat moment voelde ik zo veel. Ik kreeg het gevoel van: ik hoor hier helemaal niet te zijn. Maar daarna kwam wel de gedachte: je mag hier bij zijn dus maak gewoon die foto. Ik heb toen drie foto’s gemaakt en ik ben de kamer weer uitgelopen. Later vertelde de dochter dat ze helemaal niet doorhad dat ik er was. Voor mij gevoel hoorde je drie keer heel hard: KLIK, KLIK, KLIK. Zij was daar toen helemaal niet mee bezig.”


Hoe heb je de familie voor toestemming gevraagd om die foto’s te kunnen maken?

“De eerste keer dat ik in het ziekenhuis in Assen was, kreeg ik een rondleiding op de IC voor een reportage voor de NRC. Ik mocht de patiënten alleen zonder gezicht in beeld brengen. Ik wilde het verhaal persoonlijker maken en toen hoorde ik de artsen overleggen dat de familie Franssen op bezoek zou komen de volgende dag. Ik heb gevraagd of ik dan nog een keer kon langskomen om de familie te vragen of ik ze mocht fotograferen. Dat was goed.

De volgende dag heb ik aan de familie uitgelegd dat ik het persoonlijk wil maken door niet alleen de artsen herkenbaar te fotograferen maar ook een patiënt en dat het voor NRC is. Ze zeiden: is goed. Veel meer dan dat heb ik niet gezegd. Het was moeilijk om de eerste keer toestemming te vragen. Door dat ze mij het wel hebben gegeven, voelde ik de verplichting om het zo goed mogelijk te doen. Daardoor is het ook een goede serie geworden.”


Wat vond de familie van de foto’s?

“Ze vonden het prachtig. In het algemeen zijn er heel veel reacties gekomen. We hebben contact gehouden en nadat ik de Zilveren Camera had gewonnen, heb ik ze laten weten wanneer er een expositie was. Want ja, het is wel hun overleden vader en zij worden wel weer steeds met de foto’s geconfronteerd. Dus het contact is goed, ik had het ook niet stiekem kunnen doen.”

"Fotografie is geen vetpot maar is een prachtig vak. Als je daar je geld mee kan verdienen, wat wil je dan nog meer?"


Hoe was het om de Zilveren Camera te winnen?

"Het was een stiekeme droom die ineens uitkwam. Ik had nooit gedacht dat ik de prijs zou winnen. Juist omdat ik in Groningen zit en altijd achtergrondnieuws doe. Maar ik ben er super blij mee.

Op dat werk ben ik ook het meest trots. Dat ik het vertrouwen heb gekregen van die mensen in zo’n moeilijk tijd en dat ze mij het verhaal gunden. Alle vaardigheden die ik in al mijn jaren als fotograaf heb opgedaan, kwamen tot uiting; de fotografische vaardigheden, het maken van een verhaal en het respectvol omgaan met mensen.”


Heeft het ook deuren geopend? Of is het vooral erkenning voor je werk?

“Erkenning wel maar ik heb er geen klus extra van gekregen. Ik heb het daarna eigenlijk best rustig gehad. Alsof mensen dachten: hij zal het wel druk hebben of veel te duur zijn geworden. Maar ik had voor de prijs ook al een naam. Ja dat klinkt ook weer zo… Goed ja, ik ben geen onbekende in de fotowereld. Als je net bent begonnen en je wint de Zilveren Camera dan kun je er veel meer profijt uithalen. Ik was al redelijk gesetteld dus voor mij was het meer waardering voor wat ik heb gemaakt.”


Kun je leven van de fotografie?

“Fotografie is mijn enige bron van inkomsten. Het is geen vetpot maar het is een prachtig vak. Als je daar je geld mee kan verdienen, wat wil je dan nog meer? Het liefst maak ik onafhankelijk journalistiek werk. Dat kost veel tijd om te maken en het verdient uiteindelijk weinig per uur. Ik kan daar alleen niet van leven en neem daarom ook commerciële klussen erbij.”

Wat is je tip voor beginnende fotografen?

“Ga veel fotograferen en doe veel ervaring op. Leer je camera goed kennen en bestudeer het licht. Hoe valt het licht en welke camera-instellingen heb je nodig? Kijk verder wat je leuk vindt om te fotograferen en blijf nieuwsgierig en opstaan voor nieuwe dingen.

Bekijk ook eens het werk van andere fotografen die je goed vindt en vraag hun mening, als je dat durft. Ontwikkel zodoende een fotografisch handschrift. Een handschrift waaraan anderen kunnen herkennen: dat is een foto van jou.”

Meer werk van Kees van de Veen zien? Bezoek zijn website


Dit is het zevende interview van de interviewreeks Achter de camera. In Achter de camera praat ik, Karlijn ten Cate, met fotografen over hun vak. In deze interviewreeks ga ik alle vragen die ik als beginnend fotograaf heb, voorleggen aan ervaren fotografen. Hoe gaan ze te werk bij het maken van een foto? Wat inspireert hen? Hoe verdienen ze geld met de fotografie? Kortom: wat gebeurt er achter de camera?

Wil je op de hoogte blijven van de interviews en mijn andere verhalen? Volg mij dan op Instagram.

Volgende
Volgende

Remko de Waal over tien jaar nieuwsfotografie: “Ik zou met niemand willen ruilen”