Wouter Zaalberg over beter worden in fotografie, falen en de mijnen van Heerlen

Nog nooit heeft Wouter Zaalberg (1985) een fotocursus gedaan. Door middel van studie en heel veel doen heeft hij zichzelf leren fotograferen. Zijn eerste grote fotografieproject gaat over het mijnverleden van Heerlen.

Twee jaar geleden zat Wouter als beginnend fotograaf in de trein op weg naar Heerlen. Hij was geïnteresseerd geraakt in de oude steenkoolmijnen in de regio, die vanaf 1965 werden gesloten. Via het mijnmuseum was Wouter in contact gekomen met oud-mijnwerkers. Of hij ze kon fotograferen?

Dat kon. Het was het begin van het fotoproject ‘Toen de Mijnen verdwenen’. Twee jaar lang reisde Wouter van zijn woonplaats Amsterdam naar Heerlen. Om daar de mensen en de omgeving te fotograferen. Het resultaat zijn 67 foto’s die in het centrum van Heerlen staan tentoongesteld.

Wouter en ik spreken elkaar in een cafeetje in Amsterdam. Hij studeerde Geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en werkte daarna als politiekstrateeg in Amsterdam. Gelijk merkbaar aan Wouter is zijn enthousiasme voor de fotografie. In een snel spreektempo begint hij te vertellen hoe hij met fotograferen begonnen is.

“Ik kwam er al vrij snel achter dat werken in de politiek het niet was. Ik was erg zoekende en ik dacht: beeld maken vind ik het allerleukst. Misschien moet ik het toch maar gaan doen.”

Wat in de fotografie sprak je aan?

“Ik vind het mooi aan de fotografie dat het je kan meenemen naar een wereld die niet de jouwe is.

Eén van de redenen waarom ik ben begonnen met fotografie is Magnum fotograaf Alec Soth. Ik zag zijn werk voor het eerst in de Kunsthalle in Hamburg. ‘Sleeping by the Mississippi’, die tentoonstelling blies mij helemaal weg.

Wat Alec Soth kan, dit wist ik eerst niet maar kan ik nu wel benoemen, is je uit het moment halen en je plaatsen in een foto. Je wordt even zijn wereld ingezogen. Door het ritme van de foto’s. De combinatie van portret en landschap. Het heeft mij ontzettend geïnspireerd. Ik was er helemaal van overdonderd. Ik wist niet dat fotografie zo mooi kan zijn.”

Ik heb net zo lang zijn foto’s op Instagram bekeken totdat ik wist hoe hij zijn foto’s maakt.



Hoe heb je jezelf leren fotograferen?

“Er zijn heel veel fotografen. Maar er zijn ook veel slechte fotografen. Dus er is wel ruimte voor nieuwe fotografen maar je moet wel hard je best doen. Ik heb destijds bedacht dat ik echt moest gaan studeren. Ik heb het studeren opgedeeld in drie onderdelen: licht, compositie en sequentie (hoe een serie foto's een verhaal vertelt). Voor dat laatste is fotoboeken bestuderen erg belangrijk.

Vervolgens ben ik veel gaan proberen. Ik ben gaan kijken wat voor licht ik mooi vind. Fotograaf Frank Ruiter vind ik waanzinnig. Ik heb net zo lang zijn foto’s op Instagram bekeken totdat ik wist hoe hij zijn foto’s maakt. Raamlicht, kwam ik achter. Toen ben ik daar mee gaan experimenteren.

Ik ben helemaal geen genie of een groot fotograaf. Ik kijk naar de dingen die ik mooi vind en die probeer ik met elkaar te combineren.”

Dus nooit met hulp van een cursus of opleiding

“Nee. Ik heb mij in de eerste twee jaar wel laten coachen door een fotograaf. Ik wilde dat zij mijn foto’s genadeloos beoordeelde. Dat heeft mij erg geholpen. Het is slecht voor je ego maar wel goed voor je ontwikkeling als iemand jouw foto’s compleet afbrandt.”

Mijn creatieve filosofie bestaat uit falen


Hoe ben je begonnen met het project over de mijnen?

“Ik wilde iets gaan doen met klimaatverandering in Nederland en de veranderingen die al zichtbaar zijn. Ik dacht te beginnen met korte verhalen over een wereld die al veranderd is door een energietransitie. Toen ben ik naar Heerlen gegaan. Daar heb ik in een studiosetting oud-mijnwerkers gefotografeerd. Die foto’s waren mwah. Maar de verhalen die zij vertelden, vond ik super interessant. Dat was het begin van 'Toen de Mijnen Verdwenen'.”

Wat gebeurde er toen de mijnen verdwenen?

Alles draaide om de mijnen vroeger. Er was een hele gemeenschap, economie en mores die om het werken in de mijnen heen draaiden. In het eerste deel van het verhaal ga ik daarop in. Het tweede deel gaat over de sluiting van de mijnen. De hele regio stortte toen in. De mijnen waren een bron van welvaart en trots. Heerlen werd een arme regio en de hechte gemeenschap werd gebroken. Veel gebouwen uit het mijnverleden zijn ook gesloopt. In de plaats daarvan zijn nietszeggende wijken teruggekomen.

Het laatste deel gaat over het heden. Hoe het mijnverleden nog steeds impact heeft op de regio. Generatie op generatie heeft te maken met werkloosheid. Mensen kampen met slechte gezondheid en armoede. Maar het mijnverleden is nu ook een bron van trots geworden. Langzaam wordt het weer een identiteit van de streek.”

Wouter Zaalberg

Foto Wouter Zaalberg


Hoe ben je te werk gegaan met het maken van de foto’s?

“Mijn creatieve filosofie bestaat uit falen. Bijna iedere foto uit de serie is de tweede of derde poging. Ik ging bij mensen langs. Ik interviewde ze en ik maakte een foto. Die foto was vaak niet super. Het was net genoeg dat mensen dachten: oké mooie foto. Maar waarbij ik zelf dacht: ik heb het nog niet helemaal. Maar dat is oké want je hebt een band met iemand opgebouwd.

Bijvoorbeeld: ik heb een foto gemaakt van een oud-mijnwerker met een blote rug. Maar de eerste foto die ik van hem maakte was een heel simpel portret. Hij vertelde toen over hoe het was om te werken in de mijnen. Als gevolg heeft hij na tien meter lopen al pijn aan zijn rug.

Ik wist dat het bij hem gaat over de relatie met zijn rug en de prijs die hij ervoor heeft betaald. Alleen ik kende hem net. Als ik op dat moment had gevraagd om zijn shirt uit te doen, zou hij dat raar hebben gevonden. Ik dacht: ik ga een foto van hem maken waar hij lachend op staat, dat vinden mensen leuk, en op die foto ga ik mijn best doen. Twee weken later heb ik aan hem uitgelegd dat ik de foto anders wil gaan doen. En hij zei: dat is goed. Kom maar langs. Dus soms moet je dingen maken die niet zo goed zijn om tot een ander punt te komen. En dat soms, zoals in dit geval, heel bewust.”

Hoe zorg je voor de belichting in je portretfoto’s?

“Ik maak gebruik van raambelichting. Ik zet de persoon aan de achterkant van het raam. Wanneer je iemand op een afstandje van de achtergrond zet dan zorg je voor een donkere achtergrond. Het raam plak ik af met een witte matrashoes. En aan de andere kant van het raam zet ik een flitser. Zo heb je eigenlijk een hele grote softbox. Op deze manier versterk ik het natuurlijk licht waardoor de contrasten groter worden.”

Ben je blij met het eindresultaat?

"Bij sommige foto’s weet ik niet hoe ik het beter moet maken. De essentie heb ik bij de meeste foto’s. De buitenfoto’s schieten was één ding dat super lastig was. Donker, treurig weer is perfect voor Toen de Mijnen verdwenen. Maar dat was het niet altijd.

Ik heb één foto van een buurt geschoten vanaf een hoogwerker. Dan zit je met zo’n hoogwerker voor 400 euro per dag en dan is het stralend weer. Die foto heb ik drie keer opnieuw moeten doen. Nu is het nog steeds net niet hoe ik het zou willen hebben. Je hebt beperkingen waar je mee te maken hebt. Maar ik ben uiteindelijk blij met hoe het eruitziet.”

Foto Wouter Zaalberg

Wat onderscheidt jou van andere fotografen?

“Ik ben het nog niet echt aan het doen. Want ik heb maar één groot project achter de rug. Heel weinig mensen in het kringetje weten wie ik ben. Ik ben nog een krabbelaar in de marge. Maar ik denk wel dat ik goed weet wat mijn stijl is en waar ik naar toe wil.”

Wat is je stijl en waar wil je naar toe?

“Donker vind ik heel mooi. Een donker palet. Verder ben ik erg fan van een vorm van documentaire die geënsceneerd is. Geen enkele foto van Toen de Mijnen Verdwenen is spontaan gemaakt.”


Kun je leven van de fotografie?

“Ja, maar dat komt heel erg door mijn netwerk vanuit de politiek. Er zijn heel veel links progressieve partijen, organisaties en stichtingen die heel veel willen zeggen maar geen idee hebben hoe ze dat moeten doen in beeld. Dus dat is beetje mijn niche en die is voor mij heel handig. Ik word er niet rijk van ofzo maar ik verdien genoeg om mezelf in levensonderhoud te voorzien.

Dan moet ik tegelijkertijd wel zeggen: als je op geven moment de vrijheid hebt geproefd van je eigen projecten, dan wil je eigenlijk niets anders. Dan interesseert het andere je toch iets minder.”

Wat is je tip voor beginnende fotografen?

“Volg je eigen fascinatie. Dat geeft je werk eigenheid. Alec Soth zegt: als je ten diepste kittens wilt fotografen dan moet je gewoon kittens fotograferen. En daar ben ik het heel erg mee eens.

Ten tweede moet je studeren, studeren, studeren. Om technisch perfect te worden. Fotoboeken kopen. Vragen hoe andere fotografen het doen. Als laatste moet je discipline hebben. Discipline om je foto’s opnieuw te maken. Totdat het beter en beter wordt en je echt iets goeds hebt.”

De expositie Toen de Mijnen Verdwenen is tot 13 maart te zien in Heerlen. Ook is er een boek die te bestellen is op Wouter zijn website.


Dit is het tweede interview uit de interviewreeks Achter de camera. In Achter de camera praat ik, Karlijn ten Cate, met fotografen over hun vak. In deze interviewreeks ga ik alle vragen die ik als beginnend fotograaf heb, voorleggen aan ervaren fotografen. Hoe gaan ze te werk bij het maken van een foto? Wat inspireert hen? Hoe verdienen ze geld met de fotografie? Kortom: wat gebeurt er achter de camera?

Wil je op de hoogte blijven van de interviews en andere verhalen? Volg mij dan op Instagram.

Vorige
Vorige

Nilla Berretty-van Loenen over het vertellen van menselijke verhalen met fotografie

Volgende
Volgende

Rosalie van der Does over het fotograferen van menselijk gedrag